Pigeon(pose), I think I love you
Ze zeggen wel eens over India “you hate it or you love it”. Volledig terecht! India is zo uitgesproken dat het niet neutraal kàn zijn. Hetzelfde geldt voor de Duifhouding, al was het net ietsje anders:
PigeonPose, you hate it and then… you love it!
Althans zo liep het bij mij..
Enkele jaren geleden toen ik tijdens één van mijn eerste lessen begeleid werd in Eka Pada Rajakapotasana, de intense Duifhouding, herinner ik me nog heel erg goed. Terwijl ik in deze hoeveel-spieren-kan-een-mens-voelen-in-zijn-benen-asana zat/lag, kon ik bijna niet anders dan lachen met de richtlijnen ‘ontspan’,’geniet van de strech’ en ‘losse schouders’, die eerder als mission impossibles klonken. En het ook waren. Niets losse schouders, aangename strech en nog minder time to relax! Deze houding is des duivels!
En zoals dat gaat met dingen in je hoofd, maak je ze soms zelf erger dan ze zijn, zo ook met de Duivelpose… euh Duifpose. Zo erg dat mijn intentie in het begin van de les al bijna standaard was “oh please laat er geen duifhouding in de les zijn”. Ja, zo erg was het dus, in mijn hoofd. En zoals Oma Lorettje altijd zegt “it’s all in the mind”, dus best niet onderschatten, die gedachten.
Hoedanook, het leven ging door en enkele lessen - en niet zo heel veel leniger – later, kwam er echter een change of mind, meerbepaald na het lezen van Tree of Yoga (B.K.S Iyengar). Het werd me plotsklaps duidelijk dat een houding van nature ‘leeg’ is en dat wij het zelf zijn, althans, onze gedachten, die ervoor zorgen dat we iets als leuk of hatelijk, mooi of lelijk, moeilijk of makkelijk bestempelen. Het zijn WIJZELF die er een label aanhangen, die de houding in een vakje plaatsen.
En zoals we allemaal weten, eens iets in een vakje beland is , of het nu gaat om een yogahouding, een gerecht of een persoon, geraakt die er maar heel erg moeilijk weer uit.
Na die bewuste “asana=leeg van nature”-les, voèlde ik plots dat de Duif me een zekere rust gaf, waar tot dan toe geen ruimte voor was, hoogstwaarschijnlijk door de continue gedachtenstroom ‘hoelang nog? Hoelang nog? Hoelang nog?’. Deze houding deed me stilstaan bij waar ik voor sta, waar ik trots op ben.
Sinds de Duif zijn vleugels heeft uit kunnen slaan, weg uit het vakje, vliegt ze rond en herinnert ze me er elke keer glimlachend aan niets of niemand meer in een vakje te duwen.
Duifje, I think I love you
PigeonPose, you hate it and then… you love it!
Althans zo liep het bij mij..
Enkele jaren geleden toen ik tijdens één van mijn eerste lessen begeleid werd in Eka Pada Rajakapotasana, de intense Duifhouding, herinner ik me nog heel erg goed. Terwijl ik in deze hoeveel-spieren-kan-een-mens-voelen-in-zijn-benen-asana zat/lag, kon ik bijna niet anders dan lachen met de richtlijnen ‘ontspan’,’geniet van de strech’ en ‘losse schouders’, die eerder als mission impossibles klonken. En het ook waren. Niets losse schouders, aangename strech en nog minder time to relax! Deze houding is des duivels!
En zoals dat gaat met dingen in je hoofd, maak je ze soms zelf erger dan ze zijn, zo ook met de Duivelpose… euh Duifpose. Zo erg dat mijn intentie in het begin van de les al bijna standaard was “oh please laat er geen duifhouding in de les zijn”. Ja, zo erg was het dus, in mijn hoofd. En zoals Oma Lorettje altijd zegt “it’s all in the mind”, dus best niet onderschatten, die gedachten.
Hoedanook, het leven ging door en enkele lessen - en niet zo heel veel leniger – later, kwam er echter een change of mind, meerbepaald na het lezen van Tree of Yoga (B.K.S Iyengar). Het werd me plotsklaps duidelijk dat een houding van nature ‘leeg’ is en dat wij het zelf zijn, althans, onze gedachten, die ervoor zorgen dat we iets als leuk of hatelijk, mooi of lelijk, moeilijk of makkelijk bestempelen. Het zijn WIJZELF die er een label aanhangen, die de houding in een vakje plaatsen.
En zoals we allemaal weten, eens iets in een vakje beland is , of het nu gaat om een yogahouding, een gerecht of een persoon, geraakt die er maar heel erg moeilijk weer uit.
Na die bewuste “asana=leeg van nature”-les, voèlde ik plots dat de Duif me een zekere rust gaf, waar tot dan toe geen ruimte voor was, hoogstwaarschijnlijk door de continue gedachtenstroom ‘hoelang nog? Hoelang nog? Hoelang nog?’. Deze houding deed me stilstaan bij waar ik voor sta, waar ik trots op ben.
Sinds de Duif zijn vleugels heeft uit kunnen slaan, weg uit het vakje, vliegt ze rond en herinnert ze me er elke keer glimlachend aan niets of niemand meer in een vakje te duwen.
Duifje, I think I love you